Introductie

Project 5 is een project waarin leerlingen van klas 5 en 6 meer eigenaarschap en autonomie krijgen om de intrinsieke motivatie tot leren te verhogen. Onze school kent vier module die elk wordt afgesloten met een toets. Iedere toets toets een vaardigheid (lezen, schrijven, luisteren of spreken). Wij gebruiken een lesboek, maar in slechts één toets wordt er stof uit dit boek getoetst. Het boek dient vooral als de ruggegraat van de lessen waarin naast de vier vaardigheden ook vocabulaire en grammatica wordt behandeld. Tevens bereidt het boek leerlingen voor op het optionele CAE examen in klas 6. Onze school heeft een WiFi-netwerk. Wij hebben geen laptop/tablet programma. Wel hebben wij beschikking over een aantal computerlokalen.

 

De opzet

Leerlingen maken voorafgaand aan een hoofdstuk een digitaal assessment op de ELO. Ieder assessment is verschillend omdat de toetsen worden gecreërd uit een pool van vragen. Een pool bestaat uit meer dan honderd vragen die gaan over de stof van dat hoofdstuk. Er worden ongeveer 30 tot 40 vragen door de ELO geselecteerd voor iedere leerlingen. Wanneer een leerling 70% goed heeft of hoger mag hij of zij ‘Fast Lane’ volgen, anders volgen zij ‘Regular Lane’.

De leerlingen die het ‘Regulare Lane’ programma volgen maken aan het einde van het hoofdstuk het assessment nog een keer. Dit zijn wederom vragen uit dezelfde pool. Een aantal vragen zullen hetzelfde zijn, maar de toets als geheel is anders. Omdat de leerlingen tussen de assessments aan het hoofdstuk hebben gewerkt, zullen de meesten een hogere score hebben. Het resultaat van de assessments telt niet mee voor een cijfer. Het is puur formatief.

 

De indeling van de lessen

In klas 5 hebben de leerlingen twee uur Engels. In klas 6 het eerste half jaar drie uur (in verband met CAE), in de tweede helft twee uur. In principe neemt elk hoofdstuk vijf lessen in beslag. Uitval van een les betekent dat de leerlingen werk thuis zullen moeten doen.

  1. Assessment hoofdstuk 1 (eerste keer)
  2. Uitleg Grammatica (klassikaal, fast lane mag werken aan opdrachten), de rest van de les werken aan hoofdstuk
  3. Klassikale luisteropdracht, de rest van de les werken aan hoofdstuk
  4. Klassikale spreekopdracht, de rest van de les werken aan hoofdstuk
  5. Assessment hoofdstuk1 (tweede keer)

Leerlingen kunnen op de ELO ‘solidify’ opdrachten maken die de grammatica extra herhalen.

Keuze programma

Fast lane leerlingen zullen sneller door de opdrachten van het boek gaan. Op dit moment werken zij in de resterende tijd aan een literatuur opdracht of het CAE programma. Vanaf november is het plan om met een gestructureerde programma te komen.

Dit programma houdt het volgende in. Iedere leerling kiest naast het maken van de opdrachten uit het boek een aantal PDE (Personal Development English) opdrachten. Deze opdrachten beslaan alle vaardigheden, grammatica, vocabulaire en het CAE. Iedere opdracht is verdeeld in drie categoriën; brons, zilver of goud. Het wordt de bedoeling dat ‘Regular Lane’ leerlingen minimaal drie bronzen, twee zilveren of één gouden opdracht per module volgen. Fast Lane leerlingen moeten vier bronzen, drie zilveren of twee gouden opdrachten volgen. Een aantal voorbeelden van PDE opdrachten:

Maak CITO eindexamens. Brons 10 vragen per week, Zilver 20 vragen per week, Goud 30 vragen per week.

Luister naar BBC Radio 4. Brons 1 programma per week, Zilver 1 programma per week inclusief een verslag, Goud 2 programma’s per week inclusief verslag.

Volg het Engelse uitspraak programma (ontwikkeld door mijzelf). Brons 1 hoofdstuk per week, Zilver 2 hoofdstukken per week, Goud drie hoofdstukken per week.

Maak grammatica opdrachten op de ELO. Brons 2 opdrachten per week (score C of hoger), Zilver 4 opdrachten per week (score C of hoger), Goud 6 opdrachten per week (score B of hoger).

Volg een Coursera, Edex of FutureLearn cursus. Brons bezoek een aantal MOOCs, Zilver neem intensief deel aan een MOOC, Goud rond een MOOC af.

Op dit moment heb ik elf programma’s gereed en heb ik ideeën voor nog eens vijf PDE’s.

Leerlingen zullen door bewijzen (bijvoorbeeld screenshots) aan moeten tonen of zij de opdrachten hebben gedaan. Ik zal echter niet heel streng controleren en leerlingen die regelmatig niet hun opdrachten doen hierop aanspreken. De praktijk zal moeten uitwijzen in hoeverre ik om bewijzen moet vragen.

Het is de bedoeling dat leerlingen een kaart krijgen waar de PDE’s op staan vermeld en waar zijn bronzen, zilveren en gouden stickers kunnen plakken wanneer zij een programma hebben afgerond. Aan de ene kant doen stickers wonderen bij leerlingen (zelf in klassen 5 en 6), aan de andere kant geeft het de leerlingen een overzicht waar zij al aan hebben gewerkt, en wat ze nog kunnen doen.